Op 5 juli 2018 promoveerde Jaco van der Knijff aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) op een proefschrift over de herkomst van de kleine collectie gezangen in de Staatsberijming van 1773: Heilige gezangen. Herkomst, ontwikkeling en receptie van de lofzangen in het psalmboek van Dathenus en de ‘Eenige Gezangen’ in de Staatsberijming van 1773.
In deze studie wordt beschreven hoe Petrus Dathenus in 1566 aan zijn psalmboek een reeks van zeven gezangen toevoegt, waarna dat zevental in de loop der tijd in de herdrukken van Dathenus’ kerkboek uitgroeit tot een collectie van dertien gezangen: de Tien Geboden, het Gebed des Heeren, tweemaal een berijming van de geloofsbelijdenis, de lofzangen van Maria, Zacharias en Simeon, een gebed voor de preek, een Morgen- en Avondzang, twee maaltijdliederen en het curieuze Eigen Geschrift van David.
In 1773 wordt deze collectie in een nieuw jasje (nieuwe berijmingen van Ghysen, Voet en het genootschap Laus Deo, Salus Populo) opnieuw opgenomen in de nieuwe Staatsberijming. Alleen het Eigen Geschrift van David, waarvan een nieuwe berijming wordt gemaakt, komt toch niet terecht in het nieuwe psalmboek.
Na 1773 gaan de diverse kerkelijke denominaties verschillend om met de erfenis van de ‘Eenige Gezangen’. De Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) bijvoorbeeld gebruiken de collectie als opstap om meer gezangen voor de eredienst in hun psalmboek op te nemen. Orthodoxe kerkverbanden als de Gereformeerde Gemeenten (in Nederland), waar in principe alleen psalmen in de eredienst gezongen worden, benadrukken echter dat het hier gaat om een bijzondere collectie, die in de gereformeerde traditie een ‘gewoonterecht’ heeft verkregen en die onderscheiden moet worden van andere gezangen.
De studie Heilige gezangen (623 blz.) is in een publieksuitgave uitgekomen bij uitgeverij De Banier in Apeldoorn. Achter in het boek is een cd opgenomen waarop dertien orgelcomposities zijn te beluisteren, bij elk gezang één. Het gaat om muziek van Jan Pietersz. Sweelinck, Jan Zwart, Margaretha Christina de Jong, Geert Bierling, Georg Böhm, Chiel Jan van Hofwegen, Johann Sebastian Bach, Maarten Vos, Boudewijn Zwart, Gerard de Wit, Dick Sanderman, Wilhelm Friedemann Bach en Jan van Gijn.
De muziek wordt gespeeld door dr. Jan Luth, op het Hinszorgel in de Grote Kerk van Harlingen.
Vijf composities (die van Van Hofwegen, Boudewijn Zwart, De Wit, Sanderman en Van Gijn) werden speciaal voor dit project geschreven.
Rond zijn promotie verschenen er interviews met Jaco van der Knijff in het Reformatorisch Dagblad en in het Nederlands Dagblad.
De studie werd in diverse kranten en periodieken gerecenseerd: